BRBS Recycling

De evenredigheid van een (handhavings)besluit

“Pure willekeur!”, brieste een omwonende die na een lange procedure de vergunning van een nabijgelegen puinbreker in stand zag blijven. “De rechter heeft mijn belang gelukkig goed meegewogen!”, glimlachte een plasticrecycler die een handhavingsbesluit met succes aanvocht bij de bestuursrechter

Twee totaal verschillende zaken met één belangrijke overeenkomst: de bestuursrechter toetste de evenredigheid van het besluit dat het bevoegd gezag had genomen. Door een uitspraak van de hoogste bestuursrechter uit 2022 toetst de bestuursrechter het evenredigheidsbeginsel anders dan voorheen het geval was. Een aardverschuiving of een (logische) evolutie? In dit artikel staat de auteur stil bij deze nieuwe lijn in de rechtspraak, toegespitst op handhavingskwesties.

Evenredigheid

De Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een besluit van de overheid evenredig moet zijn. Dat houdt kort gezegd in dat de effecten van het besluit in verhouding tot het doel van het besluit redelijk moeten zijn. In 2022 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een belangrijke uitspraak over de toepassing van het evenredigheidsbeginsel. Omdat de hoogste bestuursrechter de daarin uitgezette lijn voor het eerst toepaste in een zaak die speelde in de gemeente Harderwijk, is de uitspraak in de juridische handhavingspraktijk de Harderwijkuitspraak gaan heten.

Evenredigheid oude stijl

Tot de Harderwijkuitspraak waren er voor de bestuursrechter twee smaken om te beoordelen of een besluit evenredig was. De rechter toetste volledig of terughoudend. Voor besluiten waarbij het bevoegd gezag afwegingsruimte had (ook wel beleidskeuze genoemd), toetste de bestuursrechter slechts marginaal aan het evenredigheidsbeginsel. De toets was op willekeur. Anders gezegd: de bestuursrechter stelde zich de vraag of de weging van de betrokken belangen door de overheid al dan niet onevenwichtig was.