BEwerken ONLINE

“Met alleen hergebruik van grondstoffen, redden we het niet in de bouw”

De komende jaren zijn in Nederland honderdduizenden nieuwe woningen nodig. We mogen deze ambitieuze plannen niet laten stuklopen op een groot onderschat én onbekend probleem: de beschikbaarheid van elementaire grondstoffen als zand en grind voor bouw en infra. Ook in een circulaire economie blijven die namelijk hard nodig. Door mijn studie biologie maak ik graag de vergelijking met de natuur. Benader circulariteit in de bouw niet vanuit het einde van de bouwcyclus, ofwel vanuit afval, maar vanaf het begin, vanuit het ontwerp. Zo houden we de keten samen schoon.

Nu het coalitieakkoord er dan eindelijk ligt, is overduidelijk dat de bouwopgave een van de grote thema’s is in de komende kabinetsperiode. Om te kunnen bouwen zijn we vanzelfsprekend afhankelijk van grondstoffen. Een thema dat de brancheverenigingen Cascade en BRBS Recycling direct met elkaar verbindt. De leden van beide verenigingen zijn dagelijks bezig met de productie van deze grondstoffen en zijn daarmee ook de specialisten op dit gebied.

Nu is het juist de productie van bouwgrondstoffen, of liever de stagnatie daarvan, die voor grote problemen in de bouw zal gaan zorgen in de nabije toekomst. Want wat is er aan de hand?

Het grote misverstand, herbruikbaar ≠ hergebruikt

De Rijksoverheid heeft in haar beleidsdocument “Nederland Circulair in 2050” geschreven dat het streven is om de Nederlandse economie in 2050 volledig te laten draaien op herbruikbare grondstoffen. Dat is een uitstekend streven. Velen lezen daarin echter dat de Nederlandse (bouw)economie volledig moet draaien op hergebruikte grondstoffen: secundaire materialen, voortkomend uit sloop en de urban-mine. Als dit misverstand postvat, dan ligt het voor de hand om te denken dat de winning van primaire grondstoffen niet meer nodig of wenselijk is. Herbruikbaar betekent in het Rijksbeleid echter het oneindig in de kringloop houden van grondstoffen of producten: geen afval meer.

Primair en secundair zijn complementair

Berekeningen van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) en TNO tonen aan dat we zelfs met 100 procent hergebruik van bouw- en sloopafval (hetgeen uiteraard nagestreefd moet worden!) maximaal 20 procent van de vraag naar bouwgrondstoffen kunnen invullen. We bouwen in Nederland tenslotte veel meer dan we slopen. Door het al bestaande woningtekort in combinatie met de groeiende bevolking in Nederland moet er elk jaar een stad ter grootte van Amersfoort aan woningen bijgebouwd worden. Het is dus geen keuze tussen primaire óf secundaire grondstoffen. Beide zijn even hard nodig om invulling te kunnen blijven geven aan de grote vraag naar bouwgrondstoffen.

Uit recent onderzoek, gebaseerd op data van vergunde primaire winningsprojecten, blijkt dat de huidige grind- en industriezandproductie al binnen vijf jaar onder immense druk komt te staan. Tegen 2025 eindigt een aantal belangrijke bestaande projectvergunningen om deze grondstoffen te mogen winnen. Nieuwe vergunningen worden nagenoeg niet verleend. Daar komt nog bij dat het wel 10 tot 15 jaar duurt voordat een nieuwe vergunning is verleend. Hier gaat de BV Nederland een hoge prijs voor betalen. Goed om te weten is dat een winningsproject als voorwaarde kent dat ook andere maatschappelijke doelen worden gerealiseerd. Zoals het creëren van natuurgebieden, realiseren van rivierwaterveiligheid of bijvoorbeeld de aanleg van recreatiegebieden. En projecten vallen of staan met draagvlak onder de omwonenden. Veel overleg is nodig, projectplannen gaan een aantal keer terug naar de tekentafel, dat is een standaard onderdeel van het proces.

Al met al stevenen we met een enorme vaart af op een tekort aan de meest elementaire basisgrondstoffen voor de bouw en de infra, namelijk: zand en grind. De oorzaak daarvan ligt in de stagnatie van vergunningverlening, die is ingegeven door het grote misverstand over de rol van primaire grondstoffen in de circulaire economie.

Circulaire economie, denken vanuit het ontwerp

Wat houdt circulaire economie in? Circulaire economie gaat over kringlopen en staat in het teken van het voorkomen van afval. Als afgestudeerd bioloog in Wageningen denk ik als vanzelf in kringlopen. Biologen zijn opgeleid met kennis over de natuur. De natuur kent geen afval of producten die niet meer nuttig zijn. Alles wat vergaat, kan volledig opnieuw worden gebruikt, tot aan de kleinste atomen toe. Het is een continue cyclus van groeien, uiteenvallen en opnieuw groeien. Dat we ook in de bouw moeten streven naar volledig hergebruik van materialen, is logisch en wenselijk. Als we de les uit de natuur doortrekken, ligt het voor de hand om ook circulariteit in de bouw te benaderen vanuit het ontwerp. En niet, zoals nu vaak gebeurt, vanuit het einde van een bouwcyclus, ofwel vanuit afval.

De grote circulariteitswinst is daarom te behalen voorin de bouwketen, bij het ontwerp. Idealiter ontwerpen we zodanig dat na een levensfase geen afval ontstaat. Alle grondstoffen zijn schoon en het liefst in grotere eenheden eenvoudig gedemonteerd, en kunnen volledig opnieuw worden ingezet. Dit houdt in dat we hoge eisen stellen aan grondstoffen waarmee we de bouwketen opstarten, maar dit draagt uiteindelijk juist bij aan het realiseren van de circulariteitsambities.

De circulaire bouw heeft zowel de leden van Cascade als de leden van BRBS Recycling nodig

Circulair ontwerpen dus als startpunt voor schone ketens. Dit houdt in: verantwoorde winning van grondstoffen van uitmuntende kwaliteit, die schoon en eindeloos herbruikbaar zijn. En dus zeer geschikt zijn voor de start van de ware circulaire bouwketen. Zo werken we direct aan schone ketens van primaire en secundaire grondstoffen. Daarnaast moeten we streven naar een zo schoon en kort mogelijk transport van de winnings- en verwerkingslocaties naar de gebruikslocatie. Dat betekent dat we grondstoffen niet uit het buitenland halen, maar kiezen voor lokaal aanbod. We hebben zowel de bedrijven (winners van primaire materialen en recyclebedrijven) als de grondstoffen in ons eigen mooie Nederland om dit grotendeels lokaal te realiseren.

Leonie van der Voort
Directeur Cascade, vereniging van oppervlaktedelfstoffenwinners